26 september 2005

Moet je niet mee (blijven) zitten

Laatst waren we op bezoek bij de ouders van R. - mijn soort van schoonouders zo gezegd. Er werd gebak aangeboden: taartpunten met peer.
Ik ben niet eens zo dol op taart, en - eerlijk gezegd - nog meer niet op vruchtengebak en al helemaal niet op peren-. Toch nam ik het aangeboden stuk beleefd aan.
Ik dacht namelijk: "Anders zit die man met de gebakjes peren".


(Omwille van de vermeende leukheid van dit korte verhaal, heb ik de feiten een beetje verdraaid. Niet veel. Volgens mij nam ik het stuk niet aan - beleefd noch onbeleefd - maar dacht ik wel van die gebakjes peren.)

24 september 2005

Summum

Is hier sprake van het ultieme ramptoerisme?

Orkanennamen

Wat ik me nog afvroeg...

Waarom hebben die orkanen altijd* vrouwennamen?

Is dat omdat ze zo sterk zijn?
Omdat ze flink huishouden?
Omdat ze verwoestend zijn?

*Nou ja... altijd...?

23 september 2005

Pakken

Da's nou al de 5e keer in 3½ week tijd... de jongen van Phitron aan de voordeur. Steeds dezelfde.
Met een pakketje. Niet steeds hetzelfde. En niet voor mij...
A la, de eerste keer nog wel. Dat was op 30 augustus. Toen leverde hij de gebruikelijke maar elk jaar weer verrassende en prachtige bos rozen voor m'n verjaardag (die natuurlijk niet van hem zelf kwam, maar van de bloemist, in opdracht van de mannen hier in huis). Weliswaar 3 dagen te laat, maar daar kon hij ook niks aan doen. Dat lag gewoon
hieraan.
De tweede tot en met de vijfde keer waren de pakketjes voor resp. overbuurman J., linkerbuurvrouw V., rechterbuurvrouw B. en wederom overbuurman J., allen op het moment van bezorging niet thuis. En omdat ik meer een goede buur dan een verre vriend ben, wilde ik de pakketjes wel in ontvangst en zolang in bewaring nemen, vooral omdat die steeds dezelfde jongen dat steeds zo vriendelijk verzocht.

5 keer in 3½ week... diè jongen... met geen pakketje voor mij...
Je zou er bijna iets (meer) van gaan denken...
Belt ie wel aan bij die buren, bijvoorbeeld, of komt ie rechtstreeks naar mij?
Zo ja, waarom toch?
Omdat ie me "gère ziet"? Of omdat ie denkt: "Die's altijd thuis, altijd raak dus"?

Als dat laatste het geval is, heeft ie zeker en vast een heel verkeerde indruk van me. Goed, ik bèn ook altijd thuis als hij aanbelt (hoewel..., misschien ben ik wel 'ns niet thuis als hij (toch) aanbelt), maar ik ben niet altijd thuis. Ik ga heus de deur wel uit, en best regelmatig ook nog. "Muurbloempje", zal hij desalniettemin denken.

Nah, tis mijn type toch niet.

22 september 2005

De Amerikaan heeft de koraan doorstaan?

(Brabants Dagblad, 22 september 2005:)



Is dit nou iets Freudiaans-achtigs?

21 september 2005

Ploert

Zoals je inmiddels had moeten weten, en misschien ook wel weet, hang ik tegeswoordigs de hospita uit. Nou kan ik niet zeggen dat dat een rol is die ik al lange tijd ambieerde, maar hij gaat me niet slecht af. Denk ik. Voor de zekerheid zou je ’t de kostganger moeten vragen.
Volgens mijn (wijze)
vader ben ik nu een ploert. Dat klinkt heel onaardig, zeker uit de mond van mijn vader, maar hij heeft wel gelijk.
Sla de Dikke er maar op na.


Van
Prinsesjewannabe naar Ploert… ach ja… je mot wat!

19 september 2005

Bitterkoekjes

Gisteren ging ik naar de reünie van m’n lagereschoolklas.
Hoewel vooral erg gezellig, was het op een bepaald moment ook pijnlijk confronterend.
Of confronterend pijnlijk, voor mijn part.
Want DE musical kwam ter sprake.

Grotezus zat een paar schooljaartjes hoger dan ik. Toen ze in de vijfde of zesde zat, deed haar klas een musical: “Koeken voor de koning”, en zij mocht Prinsesje Zondag zijn. Als ze thuis vertelde over de voorbereidingen en de repetities, was ik erg onder de indruk: aan een musical mogen meedoen, en dan nog wel aan een over koningen en prinsessen, en dan zelfs Prinsesje Zondag mogen zijn, en niet zo’n ordinair, alledaags prinsesje als Prinsesje Maandag of Woensdag… TJEMIG! En reuze!
Je begrijpt dat ik niet slechts onder de indruk was… ik was jaloers. Reuze. En groen van. Dat wilde ik ook wel.
Als je me toen had gevraagd wat ik wilde worden als ik later groot was, dan had ik uitgeroepen: “Dierenarts Prinsesje Zondag!”.

Járen later zat ik in de vijfde of zesde en deden we met de klas een musical. En niet zo maar een. We deden een musical over een koning. En er kwamen prinsesjes en (andere) lekkernijen in voor.
We deden “Koeken voor de koning”. Dit was MIJN kans. Eindelijk zou een grote wens in vervulling gaan. Ik zou Prinsesje Zondag zijn, net zo engelachtig als Grotezus.
Die droom was snel aan diggelen: bij de rolverdeling kreeg ik samen met tig anderen een roemloze plaats in het (achtergrond)koor. Jezus… daar hoefde je je niet eens voor te verkleden of te schminken.

Ondanks (of dankzij?) deze desillusie kon ik gisteren op de reünie, samen met (ex-klasgenoot, nu clegaatje) MvD, het refrein van het hoogste lied van deze vervloekte musical, vrolijk en integraal laten weerklinken:

Koeken voor de koning, koeken voor de vorst
met suiker en kaneel en met een mooie bruine korst
Koeken voor de koning, eet ze met plezier
de bakker die ze bakt, dat is de hof-, is de hofleverancier

Het ging niet eens zó vals.

17 september 2005

Boter horen

Veel mensen, die veel van hun huisdier houden, dichten het allerlei bijzondere (karakter-)eigenschappen en kenmerken toe die zo’n beest helemaal niet heeft. Liefde maakt blind… (of zwiets).
Ik doe dat niet. Nooit niet.
De bijzonderheden van onze kat(ten) waarover ik zo graag verhaal –
soms en toen – zijn gewoon echt waar en authentiek.
En zo wil ik het nu al weer graag hebben over Berghi. Behalve dat (ook) hij geboren is in een verkeerd lichaam, en dat hij precies weet waar hij niet op moet knoeien, heeft ie nog een speciale gave. Berghi kan………

… boter horen!

Nee, niet beter horen… u leest het goed…: bOter horen.
Het dekseltje is nog niet half van het kuipje Blue Band afgetrokken (dat gaat gepaard met een typisch geluid) of Berghi, die dol is op Blue Band bak- en smeerboter, staat al met z’n tong op z’n tenen, kwijlend in de keuken.

Nou heb ìk wel ‘ns gehoord van
Pavlov, en dan snappen júllie nu wel hoe het komt dat Berghi boter kan horen.

(Ik ben een slechte moeder.)

13 september 2005

Anders

Je hebt van die dagen……

… die allemaal bijna hetzelfde zijn. En da’s maar goed ook.
Soms!
Het heeft gewoon zo z’n voordelen als je vroeg opstaat en meteen weet hoe je dag er grotendeels uit zal zien, namelijk als gisteren bijvoorbeeld. Als de dag en de dingen van die dag verlopen volgens (bekende) patronen, rituelen en structuren en je ze (dus) kunt volbrengen op de automatische piloot, scheelt dat nou eenmaal tijd en ernergie. Die hou je dan een beetje over, als het goed is.
En je kunt ‘ns een keer een fatsoenlijke planning maken, die ook nog uitkomt als het een beetje meezit. En da’s dan weer handig als je het druk hebt, als je bijvoorbeeld een bijna fulltime baan hebt en daarnaast een bijna fulltime opleiding volgt.
Soms dus! Moet niet te vaak, en niet te lang achter elkaar. Dan wordt het saai en voorspelbaar immers, en dan zeg ik op mijn beurt: “Nou, nee, bedankt”.

Vandaag is zo’n dag. Tenminste, dat dacht ik toen ik vanmorgen wakker werd. Eerst de noodzakelijke huishoudelijke en praktische aangelegenheden (gestructureerd) afwerken, dan is er nog bijna een hele dag over om een beetje te ontwerpen voor school, voor D. en voor C., en om andere belangrijke zaken af te werken.
En toen kwamen ze.
Onverwachte wendingen.
Eerst met de post: een videoband van AG, met een prachtige, leuke, grappige, heerlijke compilatie van ons
VVVHG-weekend. Natuurlijk wist ik dat ze gefilmd had, maar dat is al weer drie maanden geleden… Nietsvermoedend op zo’n doordeweekse en tot dan toe voorspelbare dag… dan komt zoiets keihard aan als een ware en aangename verrassing. Echt! (AG, beda-hankt!!!)
Een uurtje of wat later via de telefoon: het vriendelijke verzoek van R.'s voormalige werkgever of zijn zoon, die juist met een opleiding aan de Rockacademie hier in T. is begonnen maar nog geen kamer heeft gevonden en niet blij wordt van het reizen met de trein van (B. ? in) België naar T., bij ons mag logeren tot hij een echte kamer heeft gevonden.
En dat mag natuurlijk (hoewel wij in praktisch opzicht niet erg goed zijn ingericht op (onverwachte) logé’s; lees
hier nog maar ‘ns na bijvoorbeeld).

En zo werd het toch weer geen dag als sommige andere. Leuk, leuk, leuk! (Nou ja, behalve dat poetsen dan.)

07 september 2005

Uit de coulissen



Het heeft lang geduurd – te lang misschien – maar nu is hij echt uit de kast coulissen: Pajos.
Vanaf heden te vinden op het Wereldwijdeweb! Grijp nu je kans, en ga snel – vandaag nog – naar
www.cubra.nl .

Driewerf hoera.

04 september 2005

Aai

Als kind – klein maar ook groter – had ik altijd wel een huisdier. Zo eentje met een hoge aaibaarheidsfactor natuurlijk. Het begon met een konijn wiens naam ik vergeten ben. Laten we haar voor het gemak even Nijntje noemen.
Nou nee, niet Nijntje… da’s wel heel gemakkelijk.
We doen Theofiel, dan kunnen die van ons thuis (alvast) lachen.
Theofiel woonde in een prachtig, bordeauxrood hok dat Pajos vakkundig in elkaar getimmerd had. Een rijtjeswoning, want het hok stond tussen het bordeauxrode hok van het konijn van ons Tine, wiens naam mij ontschoten is en die we voor het gemak geen gefingeerde naam meegeven, en het bordeauxrode hok van Thalita, het konijn van ons Doom, waarnaast nog het bordeauxrode hok van Meneer Dekkers, het konijn van ons Joost, stond. Vier bordeauxrode konijnenhokken op een rij in de tuin. Als het mooi weer was, mochten de vier bewoners in een ren op het gazon en van het malse gras smikkelen.
Na de dood van Theofiel en haar buren (werden de bordeauxrode hokken door Pajos vakkundig in elkaar getimmerd en) volgden nog vele andere aaibare en ook minder aaibare diertjes, verblijvend in hok of kooi. Ik noem een cavia, een hamster, een parkiet, nog een cavia, nog een hamster, allen niet bij naam. Een uitzondering daargelaten, allemaal beestjes met een zacht vachtje, schattige kraaloogjes en prachtige knaagtandjes. En allemaal zo tam dat ze los door het hele huis mochten huppelen of, in het geval van de parkiet, vliegen.
Veel later, toen ik al een grote meid was en inmiddels “op mezelf” woonde, kwamen er nog katten, en zelfs – ongevraagd weliswaar – een klein wit muisje met rode kraaloogjes dat twee maanden later een rat bleek.
(En daarmee is het waarschijnlijk fout gegaan, maar dat is nu de vraag.)
Wat een genot en plezier en vermaak hebben ze me in al die jaren verschaft. En ik was een echte dierenvriendin. Ze mochten kruipen en zitten waar ze maar wilden: in de nek, op de schouder of rug, op schoot natuurlijk, en in bed. Aai, aai, lief, lief. Dit was nog ‘ns echte liefde.

De laatste jaren echter, heb ik gemerkt dat ik dit klein, zachtvachtige grut (liever) uit de weg ga (katten uitgezonderd). Naar mijn idee is het allemaal (een beetje te) bijtgraag en onvoorspelbaar enzo. Ik heb een zekere angst voor ze ontwikkeld. De parkietenkooi op het werk verschoon ik, maar niet van harte, en het lichamelijke contact met hamster, konijn of cavia van de kinderen van familie en vrienden waartoe ik door hen wordt uitgenodigd, sla ik beleefd maar resoluut af. Aaibaarheidsfactor of niet. Ik vind ze/het eng.
Des te vreemder mijn tegenwoordige toenadering tot het diervolk van een heel andere orde.
Onze tent in Kroatië werd op sommige dagen bevolkt door deze vriend (laten we ‘m voor het gemak Flip noemen) en z’n familie, vrienden of buren:



Nou zal ik niet zeggen dat ik hem graag naast me in de slaapzak zou hebben, maar tis dat R. zich verre van op z’n gemak voelde met de nabijheid van Flip, dat ik, gewapend met vergiet/zeef en stevig gezelschapsspelspeelbord, zeer diervriendelijk en zachtvachtigaardig maar vooral onverschrokken jaagde op Flip & co met het doel ze te vangen en zonder schrammetje(s) niet in maar uit de tent te krijgen. (Uit de tent lokken was er niet bij, want waarmee lok je in hemelsnaam een sprinkhaan.) Vóór deze operatie fotografeerde ik ‘my precious’ dan ook nog ‘ns CLOSE-UP!

En wat dacht je hiervan? Dit is Www (links), die met haar vele broers en zussen (rechts één van hen) momenteel de tuin bevolkt.



(klik
hier voor een heerlijke vergroting)

Www was gisteren niet goed bezig: ze spon en weefde haar web van achterdeur naar WC-deur (en toen ze daarmee klaar was, zette ik haar van dichtbij! (zie je wel) op de foto). Dat kon natuurlijk niet lang stand houden.
Vanmorgen zat ze dan ook webloos, verslagen en bijkans verhongerd ver weggekropen en ineengedoken in een hoekje boven in het achterhalletje. Ik heb haar gered; staand op een stoel heb ik haar met glas en kartonnetje gevangen en snel daarna buiten in de border weer vrijgelaten.

Van knuffeldieren naar krieps.
Snapt ú het?
(En ondertussen ben ik nog steeds geen vegetariër.)