04 september 2005

Aai

Als kind – klein maar ook groter – had ik altijd wel een huisdier. Zo eentje met een hoge aaibaarheidsfactor natuurlijk. Het begon met een konijn wiens naam ik vergeten ben. Laten we haar voor het gemak even Nijntje noemen.
Nou nee, niet Nijntje… da’s wel heel gemakkelijk.
We doen Theofiel, dan kunnen die van ons thuis (alvast) lachen.
Theofiel woonde in een prachtig, bordeauxrood hok dat Pajos vakkundig in elkaar getimmerd had. Een rijtjeswoning, want het hok stond tussen het bordeauxrode hok van het konijn van ons Tine, wiens naam mij ontschoten is en die we voor het gemak geen gefingeerde naam meegeven, en het bordeauxrode hok van Thalita, het konijn van ons Doom, waarnaast nog het bordeauxrode hok van Meneer Dekkers, het konijn van ons Joost, stond. Vier bordeauxrode konijnenhokken op een rij in de tuin. Als het mooi weer was, mochten de vier bewoners in een ren op het gazon en van het malse gras smikkelen.
Na de dood van Theofiel en haar buren (werden de bordeauxrode hokken door Pajos vakkundig in elkaar getimmerd en) volgden nog vele andere aaibare en ook minder aaibare diertjes, verblijvend in hok of kooi. Ik noem een cavia, een hamster, een parkiet, nog een cavia, nog een hamster, allen niet bij naam. Een uitzondering daargelaten, allemaal beestjes met een zacht vachtje, schattige kraaloogjes en prachtige knaagtandjes. En allemaal zo tam dat ze los door het hele huis mochten huppelen of, in het geval van de parkiet, vliegen.
Veel later, toen ik al een grote meid was en inmiddels “op mezelf” woonde, kwamen er nog katten, en zelfs – ongevraagd weliswaar – een klein wit muisje met rode kraaloogjes dat twee maanden later een rat bleek.
(En daarmee is het waarschijnlijk fout gegaan, maar dat is nu de vraag.)
Wat een genot en plezier en vermaak hebben ze me in al die jaren verschaft. En ik was een echte dierenvriendin. Ze mochten kruipen en zitten waar ze maar wilden: in de nek, op de schouder of rug, op schoot natuurlijk, en in bed. Aai, aai, lief, lief. Dit was nog ‘ns echte liefde.

De laatste jaren echter, heb ik gemerkt dat ik dit klein, zachtvachtige grut (liever) uit de weg ga (katten uitgezonderd). Naar mijn idee is het allemaal (een beetje te) bijtgraag en onvoorspelbaar enzo. Ik heb een zekere angst voor ze ontwikkeld. De parkietenkooi op het werk verschoon ik, maar niet van harte, en het lichamelijke contact met hamster, konijn of cavia van de kinderen van familie en vrienden waartoe ik door hen wordt uitgenodigd, sla ik beleefd maar resoluut af. Aaibaarheidsfactor of niet. Ik vind ze/het eng.
Des te vreemder mijn tegenwoordige toenadering tot het diervolk van een heel andere orde.
Onze tent in Kroatië werd op sommige dagen bevolkt door deze vriend (laten we ‘m voor het gemak Flip noemen) en z’n familie, vrienden of buren:



Nou zal ik niet zeggen dat ik hem graag naast me in de slaapzak zou hebben, maar tis dat R. zich verre van op z’n gemak voelde met de nabijheid van Flip, dat ik, gewapend met vergiet/zeef en stevig gezelschapsspelspeelbord, zeer diervriendelijk en zachtvachtigaardig maar vooral onverschrokken jaagde op Flip & co met het doel ze te vangen en zonder schrammetje(s) niet in maar uit de tent te krijgen. (Uit de tent lokken was er niet bij, want waarmee lok je in hemelsnaam een sprinkhaan.) Vóór deze operatie fotografeerde ik ‘my precious’ dan ook nog ‘ns CLOSE-UP!

En wat dacht je hiervan? Dit is Www (links), die met haar vele broers en zussen (rechts één van hen) momenteel de tuin bevolkt.



(klik
hier voor een heerlijke vergroting)

Www was gisteren niet goed bezig: ze spon en weefde haar web van achterdeur naar WC-deur (en toen ze daarmee klaar was, zette ik haar van dichtbij! (zie je wel) op de foto). Dat kon natuurlijk niet lang stand houden.
Vanmorgen zat ze dan ook webloos, verslagen en bijkans verhongerd ver weggekropen en ineengedoken in een hoekje boven in het achterhalletje. Ik heb haar gered; staand op een stoel heb ik haar met glas en kartonnetje gevangen en snel daarna buiten in de border weer vrijgelaten.

Van knuffeldieren naar krieps.
Snapt ú het?
(En ondertussen ben ik nog steeds geen vegetariër.)

5 Comments:

At 23/9/05 7:08 p.m., Anonymous Anoniem said...

Ja, dat was me wat, met die menagerie van jou. Altijd die beestachtige dieren van jou (en van anderen) in ons huis. En nòg: er slingert hier ergens nog altijd een kat ("kater"?) van jou rond. Soms struikel ik er bijkans over. Pajôs

 
At 23/9/05 7:09 p.m., Blogger Claudy said...

Iggy liiiiiiiiiiiiiief !!!

 
At 23/9/05 7:10 p.m., Anonymous Anoniem said...

Die sprinkhaan is volgens ons hartstikke groen!

 
At 23/9/05 7:11 p.m., Blogger Claudy said...

Groehoen??? Ech nie! Hoe komen jullie daar nou toch bij? Zij is groen met donkergroen. En een beetje bruin erbij. Enneh... Tine... helaas voor jou... die andere vrolijke vrienden zijn geen Daddy Longlegs. Voor het geval dat je dacht dat dat Daddy Longlegs zijn. Dat is dus niet zo. Jammer, maar helaas.

 
At 23/9/05 7:11 p.m., Anonymous Anoniem said...

Inderdaad, geen Daddy-long-legs. Much kriepiër!

 

Een reactie posten

<< Home