10 mei 2006

Slachtgedachten

Het was weer eens zover vanmiddag. Ik naar de mondhygiëniste. Die houdt huis bij de tandartspraktijk in het dorp waar ik getogen ben. Dat is heus op fietsafstand, en ik fiets heus graag, maar ja, ik moet wèl nog een werkstuk maken en voor een tentamen leren vóór aanstaande zaterdag. De auto biedt dan uitkomst. Qua efficiëntie dan wel tijdsbesparing zeg maar.
Dus ik met de auto naar B-E (sorry, pappie en mammie, dat ik niet op een bakkie ben gekomen, maar ja, ik moet wèl nog een werkstuk maken en voor een tentamen leren vóór aanstaande zaterdag). Jullie weten nog wel dat het vandaag (weer) een zonnige, warme dag was. In de auto stond natúúrlijk
Delavega Nick Cave op.
Het spijt me echt heel erg dat ik jullie, lievelezers, zo
ongenadig om de oren sla met Nick Cave (not). Maar ja, die man heeft gewoon altijd wat te vertellen en wéér gelijk weergelijk al-tijd gelijk (qua weer en anderszins):



Dit kwam dus - geenszins zo door mij geregisseerd - uit de speakers (net toen ik langs de villa van Corry Konings reed). Alles klopt: zon - hoog - hemel - ik ben - auto - drijvend (warm weet je wel) - abattoir (mondhygiëniste weet je wel).

Nee, ho... nu gaat het de verkeerde kant op. De associatie abattoir/mondhygiëniste is in mijn geval geheel misplaatst. Tussen twee afbikmomenten door, beet mompelde ik mondhygiëniste toe dat ik zó in slaap zou kunnen vallen, en liever bij de mondhygiëniste zit dan bij de kapper (sorry schoonzusje). Bij wijze van spreken dan.

Heeft dat iets masochistisch eigenlijk?