23 januari 2006

To wake or not to wake


Eén van de prettige kanten van m'n betaalde baan, vind ik toch nog steeds de onregelmatige werktijden (ondanks dat ook ik wel 'ns een jaartje ouder word, en het schijnt dat naarmate je ouder wordt, onregelmatige werktijden minder plezierig worden), en dan vooral het feit dat ik meestal slaapdiensten draai, hetgeen betekent dat ik dan van 16.00u 's middags tot de volgende ochtend 9.30u werk*. Ik hoèf dus veel dagen in de week niet per se vroeg op te staan. En dat komt goed uit, want vroeg opstaan is nooit één van m’n grootste hobby’s geweest. Flink uitslapen, een gat in de dag slapen… dat hoeft nou ook weer niet, maar een met daglicht gevulde kamer als je je ogen opendoet… daar mag je me (midden in de nacht) voor wakker maken.
Toch gaat het me deze winter helemaal niet zo slecht af: (toch) vroeg opstaan. Dat is in verband met m’n werk dan wel niet nodig, maar hé, ik doe ook nog zoiets als een studie, en daarvoor moet ik toch enige discipline aan de dag leggen. Dat het allemaal best goed lukt, mag een klein wondertje heten, want – zo moge inmiddels duidelijk zijn – ik en discipline, ik en wekkers, dat blijven toch wat moeizame combinaties. Ik heb in de aard niks tegen wekkers, hoor, maar voor mijn elektrische wekker-die-om-de-9-minuten-automatisch-opnieuw-alarmeert ben ik in de loop der jaren echt resistent geworden. Het alarmgeluid wordt nog steeds door mijn oren geregistreerd, maar het signaal dat ermee wordt afgegeven – “Hupsakeetjes, d’r uit, lui ding dè ge bent!!!” – wordt niet meer opgepikt of verwerkt, daar onder mijn hersenpan. Het alarmgeluid wordt zelfs door een of ander magisch proces stante pede heel soepeltjes getransformeerd in een in mijn vroege-ochtend-droom heel passend element.
Moet of wil ik dus “op tijd” uit bed, dan ben ik aangewezen op m’n oude, mechanische rinkelwekker, die op ongeveer zeven veilige armlengtes van het warme bed vandaan staat. Ik vreesde de dag dat ik ook voor deze ouderwetse maar degelijke wekdienst immuun word.

Inderdaad: vreesde. Afgelopen weekend hoorde ik namelijk over een PRACHTIG alternatief voor het geval ook de mechanische wekker z’n uitwerking mist. Nog ouder dan de mechanische wekker – blijkbaar zelfs uit de nog niet eens zo lang vervlogen tijd dat de mechanische wekker nog geen gemeengoed was – maar volgens mij vele malen efficiënter. En ik hoef er alleen mijn voordeur eenmalig voor te verstevigen, daarna niks meer. En dan draag ik ook nog ‘ns m’n steentje bij aan de verruiming van de werkgelegenheid en aan het behoud van cultureel erfgoed of zoiets.
Geef mij dus maar een porder!

*Ja, en slaap, ja! Daarom heet het ook een slaapdienst. Hèhè.

1 Comments:

At 23/1/06 9:17 p.m., Blogger ary said...

Porder, lijkt me echt een honde(n)baan. Kan je nagaan hoe vroeg die man opmoet. Of zou die ook een porder hebben?

 

Een reactie posten

<< Home