30 april 2006

Optelsommetje

1. Net als veel webloggers (die ik lees) heb ik katten - 3 stuks - katers - waar ik dol op ben
2. Net als veel alle katten, zijn (mijn) katten fotogeniek en een dankbaar fotografie-onderwerp
3. Net als veel webloggers (die ik lees) heb ik een digitale fotocamera waar ik best leuk mee overweg kan
4. Onder het motto 'Beter goed gejat, dan slecht bedacht' ben ik soms een beetje een meeloper dan wel na-aper

Ergo:
Net als veel webloggers heb ik (sinds vandaag) ......(trrromgerrroffel)......
Mijn Eigen Flickr-Fotopagina!!!

p.s.
Voor de lezers die wat minder op katten zijn gesteld (Pajos...? John...?) een geruststelling: klikken-op-Flickr is (nog) niet verplicht, en er komen heus ook wel foto's van andere modellen op te staan.

27 april 2006

Gefopt

Erg origineel ben ik met het ‘thema’ van dit logje niet – o.a. zij ging me voor, en met haar waarschijnlijk nog vele anderen – maar het is dan ook een dankbaar onderwerp: hoe je (zoekende) surfers van divers pluimage onbewust soms fopt met je (oude) weblog.
Neem de dierenliefhebbers. De dieren(lief)hebber die – misschien wel dringend – met Google zocht naar informatie over hoe hij/zij zijn/haar
konijn moet schminken, kwam in ieder geval alvast bedrogen uit toen hij/zij in het Google-resultatenscherm klikte op ‘Avonturen… etc.’. Ik weet niets van schminken, laat staan van konijnen -. Ik heb geen medelijden met deze “beestachtige” bezoeker om zijn/haar vruchteloze bezoek aan mijn webstek. Eigen schuld, dikke bult, en na-na-na-na-naah (*Claudy trekt lange neus*); wie zijn dier wil beplamuren met make-up of schminck – je reinste mishandeling - heeft hier niks te zoeken.
De (oprecht) dierenliefhebbende zoekende die wil weten
hoe lang een cavia slaapt – ach gut, wat liiiiiief – kwam ook niet veel verder toen hij/zij hier belandde. Ik heb ooit een cavia gehad (wat zeg ik… méérdere, en dan allemaal inteelt maar dat was de schuld van Mort (bijnaam), de mannetjescavia van Kleinezus) en ik weet álles van slapen, maar van de slaaptoestand van de cavia dan weer niet zo, want ik sliep altijd als mijn cavia sliep.
Eerlijk is eerlijk: de vele mensen met een
identiteitscrisis heb ik een heel eind op weg geholpen met een paar verhaaltjes hiero. (Dat is vast en zeker te danken aan de 8 maanden dat ik Psychologie studeerde.)
Maar wat zal de man of vrouw die op het punt stond op vakantie naar Italië te gaan, zich bij het inpakken van de reistas plotsklaps afvroeg of het ondraadloze scheerapparaat eigenlijk wel in de
wandcontactdoos op Sardinië past en of er misschien wel een verloopstekker aan te pas moet komen, en 10 minuten voor sluitingstijd van de winkels op Internet koortsachtig op zoek gaat naar een antwoord op deze vragen, gebaald hebben toen hij/zij bij deze race tegen de klok op deze plek totaal zinloos tot stilstaan werd gebracht; het enige wat ik van wandcontactdozen weet, is dat de mijne dankzij een rotsprong van één der katten ooit onder de Chocomel zat (of juist niet… zelfs dat weet ik niet eens).
Maar wat te denken van degene die, ongetwijfeld wanhopig want toch een lastig probleem hebbend, op zoek was naar een remedie tegen
‘kotsen bij pijpen’. Vlak voor het er weer ‘ns van moet komen, radeloos op het web nog gauw op zoek naar DE Gouden Tip over hoe het anders kan. Aanbeland op een website waarvan de titel notabene begint met ‘Avonturen’. Ai, die heb ik grof gefopt teleurgesteld; ik weet niks van kotsen…

22 april 2006

Raam, ruit en reflectie

Gisteren in het regiokatern van het Brabants Dagblad:

Ik lees de twee artikeltjes en ik proef mogelijkheden.
Constructieve, vruchtbare mogelijkheden voor de (vier) hoofdrolspelers in deze (twee) op zich nare situaties.
Jullie ook?
(Zo ja, welke?)

En proeven jullie ook dat ik het op dit webstekje de laatste – pak ‘m beet – twee weken blijkbaar moet hebben van andermans leed, verhalen en toestanden (zie het vorige logje, het logje dáárvoor, en de deze)?
Dát noopt tot (zelf)reflectie en het stellen van (retorische) vragen: ben ik een slachtoffer van dit voyeuristische tijdperk, heb ik hinder van een writer’s block (en wie weet daar trouwens een goede, mooie Nederlandse term voor?), heb ik te weinig tijd voor verhaaltjes-geheel-uit-eigen-koker, hèb ik geen verhaaltjes-geheel-uit-eigen-koker (lees: zijn mijn leventje en ik saai (aan het worden)), heb ik geen tijd voor leed-of-toestanden-uit-eigen-doos, hèb ik geen leed-of-toestanden-uit-eigen-doos (lees: ben ik domweg gelukkig (aan het worden)), is de muze (hè…? wiè?) misschien op vakantie, ……, ……, …… ???

Weet je wat: als jullie deze vragen, de eerste twee uitgezonderd, nou ‘ns lekker niet gingen beantwoorden, en mij dit nauwelijksietszeggend logje “vergeven” ......

(Strak plan.)
(Al zeg ik het zelf.)

11 april 2006

Over de doden niets dan goeds

Reve is niet meer. Ik heb nooit iets van hem gelezen. De laatste dagen wel veel óver hem. En dan wordt er volop gediscussieerd over wie hij nou (echt) was, hoè hij nou echt was, en wat moet je dan nog geloven?
Ik zoek het maar dicht bij huis en vertrouw op de informatie "uit de eerste hand":
Grotezus (en Pajos en GrBr) over Reve.

(Als je het linkje volgt kom je op een héél lange webpagina met héél veel verhalen. Mijn advies: als je de betreffende pagina voor je hebt, toets Ctrl+F (zoekfunctie) en tik in het veld achter 'zoeken naar': achterbank.)

06 april 2006

Interpunctie en ge(d)oog(st)beleid


En dit is dan die flyer, d.w.z. één van de twee koppen ervan:


Kijk, dat noem ik nou nog 'ns een stimulerend ge(d)oog(st)beleid.

Maar dat is vast niet wat de gemeente voor o(o)g(st)en had.

(En inderdaad, als je de boel dan nog 'ns goed bekijkt, zie je dat de 3 puntjes aan het eind van de kop eigenlijk 1 dubbele punt (:) hadden moeten zijn (en er op de i van 'dit' misschien wel een accent (grave of aigue) had moeten staan). Na deze kop volgt nl. in de 'body(tekst)' een opsomming c.q. uitleg van de nare dingen die je als hennepkweker of wietteler kunnen overkomen als je gesnapt wordt.)

Hmm... die professionele tekstschrijvers toch af en toe...

04 april 2006

Claudy etymologieert wat

bedbriefje zn. ‘intercollegiale, schriftelijke boodschap, wens, mededeling, enz. gecommuniceerd via het voor een collega gedekte bed’
categorie: geleed woord, leenwoord
geolinguïstische herkomst: Nieuwnieuwlands ‘intercollegiale, schriftelijke boodschap, wens, mededeling, enz. gecommuniceerd via het voor een collega gedekte bed’ [2001 – I. Herrewijn – te G.], overgenomen uit het Oudeekhools [19?? – bedenker onbekend – te H.]
explicatie: Voor het eerst waargenomen omstreeks 1997 op Woonvoorziening Eekhool te H., een “GVT” (Onl.) van Stichting Amarant (vml. Mgr. Zwijsenstichting). Later overgenomen op Woonvoorziening Nieuwland te G., eveneens een “GVT” (Onl.) van Stichting Amarant (vml. Mgr. Zwijsenstichting).
In dit soort 'Woonvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke handicap' worden door de begeleiders zgn. slaapdiensten gedraaid, die doorgaans beginnen om 16.00u en eindigen de volgende dag rond 9.30u. Van ± 0.00u tot ± 6.00u kan de dienstdoende medewerker in principe slapen, maar is te allen tijde (door bewoners) voor calamiteiten oproepbaar.
(op WV Nieuwland:) Aanvankelijk werd het bed voor de slaapdienstdraaiende medewerker gedekt door bewoonster(s). Later dekte de slaapdienstdraaiende medewerker zelf zijn/haar eigen bed in de loop van de slaapdienst.
Vanaf ongeveer 2001 maken collega’s die ‘uit de slaapdienst komen’ ‘s ochtends het bed voor de collega die die dag ‘de slaapdienst ingaat’ gereed. (Het betreft hier immers de softe een sociale sector.) Collega I.H., die tussendoor enige tijd op WV Eekhool werkzaam was geweest, nam dit fenomeen van daaruit mee, en introduceerde en implementeerde het op WV Nieuwland. Gelijktijdig vond (dankzij haar) de introductie plaats van het bedbriefje: een schriftelijke boodschap, wens of mededeling voor de volgende slaapdienstdraaiende collega, die met plakband op het (gedekte) hoofdkussen werd geplakt. Later – in tijden van plakbandschaarste – werden de bedbriefjes in het samen met badhandoek klaargelegde washandje gestopt, en dat is heden ten dage nog steeds zo, hoewel de plakbandmethode ook weer opduikt.
De bedbriefjes zijn doorgaans (geschreven op) zgn. memoblokblaadjes: witte papiertjes met een afmeting van ongeveer 8x8cm; bedbriefjes op A4-formaat worden echter ook met een zekere regelmaat waargenomen en heten dan bedbrieven.
Er is een duidelijke voorkeur voor (uitgebreide) boodschappen met een (actueel) persoonlijk tintje, en/of betrekking hebbend op de (Nieuwlandse) actualiteit, en voor RELONs. Briefjes met slechts ‘Welterusten’ of ‘Slaap lekker’ komen echter ook voor.

RELON zn. ‘eigen tekst op bestaande melodie, vaak bedoeld als raadseltje ter (lering ende) vermaak’, ook: verbijzondering van bedbriefje
categorie: neologisme, prograniem
geolinguïstische herkomst: CaClas [19?? – C.C. – te T.], wordt uitgesproken met een ‘Franse tongval’
explicatie: Duo CC houdt van liedjes, en maakt en zingt die graag zelf - al dan niet aangevuld met anderen als AG, N., T., R. - bij elke gelegenheid die zich daar ook maar enigszins voor leent. Tijdens een van hun liedjesavonden in 'Studio Cuisine' of 'Studio Salle de Bains' (al dan niet ter voorbereiding van een specifieke gelegenheid) ontstond op een of andere manier het fenomeen en/of het woord RELON, een afkorting dan wel samentrekking van ‘Raad Een Lied Of Niet’, hetgeen ooit een in sommige subculturen populair radioprogramma was.
Hoewel (dus) niet ontstaan als bedbriefje, ontleent de RELON zijn uiteindelijke bestaansrecht daar wel aan; hoewel niet ieder zich van de RELONstijl bedient, is de RELON de populairste onder de bedbriefjes, ondanks dat hij de collega soms slapeloze nachten bezorgt.
In principe kan men met de RELON (inhoudelijk) alle kanten op, maar een persoonlijke en/of actuele inhoud geniet de voorkeur. Daarnaast geldt de ongeschreven regel: hoe dikker ‘het’ er bovenop ligt, hoe beter.

bedbriefjes, waaronder veel RELONs,
gevonden bij C.'s Nieuwlandbed [200? - heden]


Ik wil maar zeggen, wie wat bewaart...
... die heeft een heel leuke verzameling leuke briefjes.